Een van Jane Goodall’s belangrijkste bijdragen is haar rol als mentor en als oprichter van het Gombe Stream Research Center (GSRC). Dit bijzondere onderzoekscentrum in Gombe, Tanzania heeft generaties wetenschappers opgeleid, waaronder veel Tanzanianen en onderzoekers van over de hele wereld.
Op 14 juli 2025, Wereld Chimpansee Dag, vieren we een bijzondere mijlpaal: precies 65 jaar geleden arriveerde Jane Goodall in Gombe, Tanzania, om haar onderzoek naar wilde chimpansees te beginnen.
Gombe is weliswaar een van de kleinste nationale parken van Tanzania, maar door de grote biodiversiteit en de waardevolle kennis die er is opgedaan, is het een belangrijke plek geworden voor wetenschappelijk onderzoek. De ontdekkingen die er zijn gedaan, hebben bijgedragen aan talloze publicaties en nieuwe inzichten.
Al 65 jaar wetenschappelijk onderzoek
Een van de toonaangevende onderzoekers is Dr. Lilian Pintea. Samen met een gemotiveerd team van wetenschappers, studenten en partners verzamelt, bewaart en digitaliseert hij de grote hoeveelheid onderzoeksgegevens uit Gombe.
Daaronder valt ook het zogenaamde ‘B Record’: een dagelijkse registratie van het gedrag van chimpansees, ooit gestart door Jane Goodall zelf en tot op vandaag bijgehouden door het Jane Goodall Institute. Dankzij deze unieke gegevens kunnen onderzoekers gedragspatronen volgen en veranderingen op lange termijn goed bestuderen.
Foto’s: Dr. Lilian Pintea is vicepresident Conservation Science bij het Jane Goodall Institute en expert in natuurbehoud met behulp van satelliet- en datatechnologie.
Jane’s baanbrekende onderzoek en haar vermogen om grenzen te doorbreken, gecombineerd met de lange termijn data uit Gombe, innovatieve wetenschappelijke methoden en het vernieuwende beschermingsconcept dat door de lokale bevolking wordt gedragen, maken van Gombe een bijzondere plek die nog vele jaren opmerkelijke inzichten zal opleveren voor de wetenschap en natuurbescherming.
– Dr. Lilian Pintea
De belangrijkste inzichten
Van 1960 tot nu heeft Gombe meer dan 300 wetenschappelijke ontdekkingen opgeleverd, die variëren van de sociale structuren van chimpansees tot de gezondheid van mens en milieu. Dankzij onderzoek in Gombe zijn 59 promoties behaald. Meer dan 250 onderzoekers hebben er studies uitgevoerd.
Een belangrijk kenmerk van het chimpanseeonderzoek in Gombe is dat er wordt gekeken naar individuele chimpansees en hun levensverhalen, inclusief die van hun families en gemeenschappen, door de tijd heen en onder verschillende omstandigheden.
Deze methode, ontwikkeld door Dr. Jane Goodall, wordt nog steeds gebruikt in het Gombe Stream Research Center onder leiding van Dr. Deus C. Mjungu. Daardoor kan het onderzoeksteam dagelijks het gedrag van elke chimpansees nauwkeurig vastleggen.
Dankzij nieuwe technieken zoals genetische analyse kunnen families, zoals de ‘G’- en ‘F’-families, over meerdere generaties worden gevolgd. Dit geeft ons beter inzicht in de sociale structuren, de rol van moeders en vaders, en het succes van individuele chimpansees en groepen.
Moeder-kind relaties
De jarenlange observaties in het Gombe Stream National Park in Tanzania hebben aangetoond dat bij jonge chimpansees de moeder een cruciale rol speelt: ze leert hen voedsel vinden, nesten bouwen, gereedschap gebruiken én omgaan met anderen in een complexe sociale groep. De manier waarop een moeder zich gedraagt – zorgzaam, afstandelijk of ergens daartussenin – beïnvloedt direct de ontwikkeling van haar jong.
Uit het jarenlang onderzoek blijkt dat chimpanseemoeders niet alleen overleven aanleren, maar ook het fundament leggen voor sociaal gedrag, emotionele intelligentie en de capaciteit om hechte banden aan te gaan. Jane Goodall zag dit zelf bij chimpansees als Flo, een liefdevolle moeder die haar aan haar eigen moeder deed denken. Moederschap in de dierenwereld blijkt, net als bij mensen, gevormd te worden door karakter, ervaring en emotionele verbinding.
Video: Gremlin, de matriarch van de door Jane Goodall onderzochte “G-familie”, met haar baby Grendel. Gefotografeerd in 2020 door Bill Wallauer.
Van observatie naar ecosysteemherstel
Chimpansees leven in duidelijk afgebakende, territoriale sociale groepen, zogenaamde ‘communities’. In Gombe zijn er drie: Mitumba, Kasekela en Kalande. De Mitumba- en Kasekela-groepen zijn gewend aan de aanwezigheid van onderzoekers, waardoor hun bewegingen en gedrag dagelijks gedetailleerd worden vastgelegd in het zogenaamde ‘B Record’.
Op basis van deze jarenlange observaties konden wetenschappers de verblijfgebieden en het leefgebied van de groepen in kaart brengen. Deze kaarten laten zien hoe veranderingen in de omgeving, vooral ontbossing en de uitbreiding van menselijke nederzettingen, de verschillende chimpanseegemeenschappen ongelijk treffen.

De Kasekela-groep, waarvan het leefgebied volledig binnen het beschermde gebied ligt, wordt relatief weinig beïnvloed. De Mitumba- en Kalande-groepen worden daarentegen steeds meer ingesloten, tussen het uitgestrekte territorium van de Kasekela-groep en de grenzen van het nationaal park. Historisch gezien gebruikten beide groepen ook gebieden buiten het park, maar deze zijn grotendeels verdwenen door de uitbreiding van palmolieplantages, landbouw en menselijke bewoning.
Dankzij voortdurende data-analyse konden gerichte beschermingsmaatregelen worden genomen. Het Jane Goodall Institute startte herbeplantingsprojecten en het behoud van gemeenschapsbossen binnen het historische leefgebied van de chimpansees. Hieruit ontstond het eerste beschermingsplan voor het Greater Gombe Ecosystem; een belangrijke mijlpaal die al heeft geleid tot het herstel van belangrijke bosgebieden door lokale gemeenschappen.